Toezegging: De vraag van de heer Maassen over de teruggave aan de gemeente van een deel van het weerstandsvermogen, wordt schriftelijk beantwoord.
Op p. 4 van het raadsvoorstel staat dat de gemeente € 472.000 retour ontvangt, op p. 24 van de begroting van BsGW staat dat de gemeente € 572.000 retour ontvangt. Welk bedrag is juist? En afhankelijk van het antwoord: moet het raadsvoorstel worden aangepast?